Mijn vader zat moe in zijn fauteuil. Het was een soort troon, die fauteuil.
Volstrekt ondenkbaar dat iemand anders daarin zou plaatsnemen. En zoals gezegd,
wij zaten dus braaf op de bank.
Hij zuchtte lusteloos.
Hij vond het wel mooi geweest, zei hij.
Wat bedoelde hij? Moesten we naar bed? Had hij genoeg van ons gezelschap?
Wilde hij zelf slapen? Begon het gezoem van de airco hem ook te irriteren?
Maar nee, hij bedoelde in het algemeen. Het leven. Hij vond het wel mooi
geweest, zijn leven. Hij had geen wensen meer, hij had alles gedaan wat hij
wilde.
Een van de moeilijkste dingen in het leven is, vind ik, om te accepteren
dat andere mensen andere wensen, principes of motieven hebben. Ik doe mijn best
iedereen te begrijpen en andermans ideeën te respecteren, ook als die lijnrecht
tegenover de mijne staan. Ik vind het bijvoorbeeld maar ingewikkeld gedoe dat
mensen die principieel tegen trouwen zijn, wel bij de notaris
samenleefcontracten laten opstellen, de voogdijschap regelen en inboedellijsten
maken, terwijl dat nu in mijn ogen juist zo handig is van een ouderwets
huwelijk. En dat kun je ook heel goed klein en bescheiden doen, weet ik uit
ervaring, en dan heb je alles in een keer geregeld. Maar dat zeg ik dan weer
niet, omdat ik vind dat mensen het op hun manier moeten doen en dat ik me daar
niet druk over moet maken.
Of mensen die de appels
schillen als ze appelmoes maken. Zelf haal ik ternauwernood de klokhuizen er
uit, omdat ik denk dat de schil minstens zo smakelijk is, en ik mijn appels ook
niet schil als ik ze uit de hand eet. Als je de boel pureert, klaagt er niemand
over schillen.
Maar ik zwijg wijselijk, omdat ik niet als een bekrompen appelmoesmaker wil overkomen.
Maar ik zwijg wijselijk, omdat ik niet als een bekrompen appelmoesmaker wil overkomen.
Maar dat het wel mooi is geweest met het leven als je net vijftig bent, dat
ontstijgt appels en samenleefcontracten, en ik probeerde iets verontwaardigds
te zeggen en tegelijkertijd respect te tonen voor deze volslagen
onbegrijpelijke, belachelijke en in mijn ogen bijna misdadige uitspraak. Dat
viel niet mee, en ik kwam eerlijk gezegd niet verder dan mijn mond openen, weer
sluiten, nog een keer openen en weer sluiten, wat behalve een minieme
verandering in de luchtcirculatie niets opleverde.
Klaas vroeg of er dan geen dingen meer waren die hij wilde doen, plaatsen
die hij wilde zien.
Nee, die waren er niet. Hij had gedaan wat hij wilde. Hij had geld
verdiend, hij had gereisd, hij woonde op een zonnig eiland. Hij was klaar.
Ik werd plaatsvervangend ongelukkig van die gedachte.
Valentijn wilde drinken en ik legde hem aan de borst.
Ik dacht aan alle dingen die ik zelf nog wilde doen, die ik nog móest doen. Ik dacht aan de tijd die vloog, terwijl ik toen nog zeeën van tijd leek te
hebben. Ik keek naar Valentijn die gulzig dronk. Ik keek naar mijn vader die
moe in zijn fauteuil zat.
Vandaag zou hij 65 zijn geworden.
En was je papa ziek? Of levensmoe? Goh, meid, zoiets moet jou wel zwaar zijn gevallen destijds. En nu ook allicht temeer omdat jij nu nog zoveel zou willen doen en je tijd gelimiteerd wordt zonder dat je het zelf wou!
BeantwoordenVerwijderenGeniet maar ten volle!
Christel
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenMurphies law; de chagrijnen worden 100, en mensen die graag willen leven worden soms vroegtijdig uit het leven gerukt. In jouw vader herken ik de mijne. Het glas is altijd half leeg.Een van de moeilijkste dingen die je als kind van iemand moet leren is dat dat niet jouw probleem is.
BeantwoordenVerwijderenHet is gewoon niet eerlijk!!! Ik gun je alle tijd van de wereld!!
BeantwoordenVerwijderen