Posts tonen met het label bibian. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bibian. Alle posts tonen

zondag 20 mei 2012

Some say

A brandnew Emma Peel song written and recorded at Meerle.
Filmed and directed by promising young director Swip ten Holt!


 
http://www.youtube.com/watch?v=ZoYHEr7kTpk&feature=youtu.be

Some say the present is
a precious little gift
the past and future are just
weights that you must lift

you hope for sunny days
but all you see are clouds
you have no hand in fate
get your umbrella out

just try to be here without sorrow
tomorrow is just so far away

you may curse the stone
that caused you so much pain
but water flows and you will
never meet again

you wish for tearless days
you dream of endless smiles
but pain and effort seem to
make it all worthwhile

and if it starts to rain in your heart
wear a raincoat and a hat

vrijdag 13 januari 2012

Ponderosa


De dag begon met migraine. De migraine was er gisteravond al, na een akelig telefoongesprek met mijn moeder. Ik raak altijd in de war van gesprekken met haar. Ze belt op, en nog voor ik op heb genomen is ze al boos op me.
Het overkomt háár allemaal, en ze heeft het al zo moeilijk. Al zou het dichter bij de waarheid zijn om te zeggen dat ze het zichzelf moeilijk maakt.
Ze is beledigd omdat ze vorige maand wilde langs komen op zondag, en ik zei dat ik dat niet wilde, liever op een doordeweekse dag. We proberen van zondag onze familiedag te maken, met zijn vijven te zijn. De enige dag dat er geen school, pianoles, paardrijles, boodschappen en ziekenhuisbezoekjes zijn. Een dag die we voor ons zelf proberen te houden. Iedereen begrijpt dat, maar zij niet. Want zij durft niet op doordeweekse dagen auto te rijden omdat ze vrachtwagens op de snelweg eng vindt. En met de trein is geen optie want 'je hoort voortdurend in het nieuws hoeveel mensen er in de trein gemolesteerd worden.' Nu volg ik het nieuws eerlijk gezegd de afgelopen weken nogal mondjesmaat (kwestie van verschuivende aandacht) maar volgens mij kun je redelijk veilig met de NS reizen. Ik kan me in ieder geval niet meer herinneren wanneer de laatste keer is dat ik in elkaar geslagen ben in de trein of op het station.
Als ik zeg dat ze niet op zondag mag komen, zegt zij: dus ik ben niet meer welkom.
En dus heeft ze me ruim een maand maar niet meer gebeld.

Ik zeg dat ik misschien nog maar een paar maanden te leven heb.
'Ja, nou' zegt ze. 'Dat wist je in november toch ook al?'

Toen ik ophing, voelde ik de doffe stekende pijn al opkomen. Dwars door mijn oog, maar eigenwijs dacht ik: een kopje thee, beetje bloggen en naar bed. Morgen is het wel weg.

Ik heb alle afspraken vandaag afgezegd, had nergens meer zin in. Geen bezoek, geen fysio. In bed wilde ik liggen. Maar in bed liggen is vreselijk als je weet dat je tijd nog maar beperkt is. Dus, hup!  Om tien uur mezelf uit bed gesleept, en tranen met tuiten huilend onder de douche. Douchen is heerlijk, warm, en je tranen lijken te verdwijnen onder de douchestraal.

Vanmiddag gingen we een trui voor Klaas kopen. Net toen we afstapten, fietste er een moeder van school voorbij. Ze stopte en omhelsde me. We hadden een bijzonder gesprek – haar man is overleden en ik voelde daardoor een gek soort band (ook al ben ik in ons geval de toekomstig overledene en zou Klaas meer een gevoel van herkenning moeten hebben). We stonden te huilen en te lachen en elkaar te omhelzen en het was eigenlijk heel fijn om midden in de Beethovenstraat een eilandje van troost en verdriet tegelijk te zijn.
We waren allebei blij dat er zoveel liefde in moeilijke tijden naar boven komt. Want daar gaat het uiteindelijk toch vooral om: liefde en warmte. Ik denk dat ik zonder al die liefde gillend gek zou zijn geworden. Liefde haalt de scherpe randjes van de pijn af, de emotionele pijn althans; de fysieke pijn wordt niet echt minder, zelfs niet met de huidige dosering pijnstillers.

zondag 1 januari 2012

Chagrijnig

Ik ben ontzettend chagrijnig.
Ook wel eens fijn voor de verandering, in plaats van dat eeuwige gehuil. Niet dat ik vandaag niet gehuild heb; elke dag vind ik wel een reden om te huilen. Als het niet is omdat het de laatste dag van het oude jaar is, dan wel omdat het de eerste dag van het nieuwe jaar is. Huilebalk eersteklas, dat is wat ik ben.
1 januari. Die datum is me nog nooit zo leugenachtig veelbelovend voorgekomen als vandaag. Het ziet er uit als een frisse start, maar het voelt allesbehalve dat. En daar ben ik dus heel erg over uit mijn humeur.
Gisteravond hebben we met zijn vijven oud en nieuw gevierd. Klaas had sushi gemaakt. Valentijn baalde daarvan, want hij houdt niet van sushi; hij klaagde dat het niet eerlijk was dat we het nou wéér aten. Ik werd er kribbig van en zei dat ik het had gekozen, en dat ik het wél lekker vond en dat het misschien wel mijn laatste oud en nieuw is, en mogen we dan misschien iets eten dat ik lekker vind?!
Ik voelde me ontzettend kinderachtig en egoïstisch, maar nou ja, dan is het ook maar eens uitgesproken dat ik van sushi hou. En dat ik daarbij bang ben binnenkort dood te gaan.
Misschien wel dit jaar.

Na het eten zaten we met de kinderen naar Pirates of the Caribbean deel 4 te kijken, toen ik weer buikkrampen kreeg. Door mijn krampen en sprintjes naar de wc heb ik de ontknoping van de film flink weten te rekken. De medicatie die ik heb meegekregen, voor het geval ik weer Vijfde-Dag-Van-De-Chemokuur-Krampen zou krijgen, werkte gelukkig redelijk goed, zodat we om 00:00 zonder onderbreking elkaar hier thuis – met gemengde gevoelens – een heel mooi, gelukkig en gezond nieuw jaar konden wensen. Oud en nieuw had altijd al iets melancholieks, maar deze keer werd ik echt niet blij van de Disney-vuurpijlen of van het uitgelaten geschreeuw op straat.

Vandaag een wandelingetje gemaakt door de Pijp en Swip naar een vriendje gebracht om te spelen. Onderweg kwamen we bekenden tegen, en het lukt me gewoon niet om niet te gaan huilen als ze me een gelukkig nieuwjaar wensen. De eerste ging nog net, maar bij de tweede gelukswens schoot ik vol.
Ik heb zin om te stampvoeten, rot op met je nieuwe jaar, doe mij maar gewoon vorig jaar, of het jaar daarvoor, dat was een prima jaar.
Tegelijkertijd voel ik me half verplicht om met een positieve blik 2012 binnen te stappen. Hoera, een fris begin, nieuwe ronde, nieuwe kansen. Daar ga ik in geloven, maar vandaag nog even niet. Vandaag ben ik gewoon strontchagrijnig en boos.

maandag 19 december 2011

Gebroken

Als elfjarig meisje oefende ik dagenlang, bijna onafgebroken de radslag zonder handen. Ik deed dat van een bankje in de speeltuin. Het ging steeds beter, tot het de driehonderdvijf- of zesentachtigste keer mis ging: ik viel op mijn arm en hoorde 'knak'.
Het was zomer. Ik had een shirt aan met korte mouwen en kon mijn arm goed zien: er zat een rare knik in die er, toen ik op het bankje stond, nog niet in had gezeten.
Huilend rende ik naar huis.
Ik kan me niet meer herinneren of ik moest huilen omdat het pijn deed, of dat ik alleen maar moest huilen van schrik.
Mijn ouders waren licht geïrriteerd toen ik huilend thuis kwam, omdat ze een Spaanse les aan huis voor die avond gepland hadden staan, die terstond afgebeld moest worden. Want, zoals mijn vader zei: 'zelfs een blinde kan zien, dat we met die arm naar het ziekenhuis moeten'. En ik, die aan die arm vastzat en niet blind was – toen zelfs nog niet eens slechtziend – had ook al lang in de gaten dat het niet goed was met die arm. Mijn arm. Hier moest een professioneel medicus aan te pas komen in plaats een pleister uit de mottige verbanddoos die we waarschijnlijk eerst nog moesten zoeken, en na afloop een zakje troostchips.
De hele weg naar het ziekenhuis, wat vanuit ons forensendorp naar de bewoonde wereld een klein halfuur rijden was, zat ik snikkend op de achterbank en hield met mijn linkerarm angstvallig mijn rechterarm vast.
Hij zag er misvormd uit, die rechterarm, en de aanblik maakte me misselijk. Maar vooral de gedachte die de hele tijd door mijn hoofd spookte, maakte me ziek en paniekerig: 'Dit komt nooit meer goed. Oh nee, oh nee, dit komt nooit meer goed, en dan heb ik altijd een arm die er zo raar uit ziet en het niet meer doet. Of... of...'

De dokter in het ziekenhuis was niet blind, maar wilde toch een röntgenfoto van de arm om de exacte ernst van de situatie vast te leggen. Ellepijp en spaakbeen beide gebroken, enkelvoudig en gesloten breuk. Met een stevige ruk werd mijn arm weer recht getrokken daar op de eerste hulp in Haarlem en kreeg ik mijn arm in het gips weer mee. Gewoon nog aan mij bevestigd, hij hoefde er niet af. Er kwam ook nog een heel grote injectienaald aan te pas, maar dat zal vóór het rechtzetten geweest zijn. Of misschien was het voor een andere patiënt, dat kan natuurlijk ook.

Het is vooral de paniek en de angst op de achterbank op weg naar de Eerste Hulp die vandaag steeds in mijn hoofd komt. Ik ben weer dat snikkende meisje dat denkt dat het nooit meer goed komt. En deze keer is er wel iemand die me troost, die me zegt dat het allemaal goed komt, dat ik er in moet geloven, dat het écht kan. Dat hij het gelooft, dat hij het wil.
En ik, ik wíl het geloven, maar ik ben zó bang dat het niet waar is. Daarom huil ik vandaag om alles.

zondag 4 december 2011

Chocola

Mijn tranen lijken zouter te smaken dan anders. Zit dat hem in wat je eet, of worden tranen naarmate je meer huilt zouter omdat het vocht in je lijf opraakt? Gisteren heb ik in ieder geval in verhouding veel gehuild en weinig gedronken – het eerste door de komst en cadeau's van Sinterklaas en het tweede door de misselijkheid van een buikgriep.
Vandaag ging het beter, en heb ik niet alleen veel meer gedronken en gegeten, ik heb ook nog eens niet een keer gehuild (volschieten niet meegerekend dan).
Of verandert mijn smaak door de chemo?
Ik zat op mijn iPhone te kijken naar foto's van gerechten die ik op Facebook heb gepost en steeds mompelde ik bijna automatisch 'Lekker' bij het zien van volle borden en hapjes. Maar eerlijk gezegd word ik ook een beetje treurig als ik aan zelf gerolde sushi, feestelijke dim sumlunches, zelfgebakken pizza's in Florence of gefritureerde visreepjes in Andalusië denk.

De keukenkast ligt vol chocoladeletters en normaal gesproken had ik mezelf allang – zorgvuldig buiten het zicht van de kinderen – op een half alfabet getrakteerd, maar het kleine stukje chocola dat ik werktuiglijk in mijn mond stopte had niet het effect wat het vroeger had. Toen gaf een stukje chocolade een smeuïg, liefdevol warm, zalig en gelukkigmakend, beetje prikkelend gevoel tegen mijn gehemelte en mijn tong dat helemaal doorstroomde tot mijn tenen. Ik kan me nog levendig het juich-gevoel herinneren van een stukje overheerlijke witte Lindt-chocola met amandelen en het verwarrende verschil als je Dairy en Milka melkchocolade door elkaar eet. Of het licht-prettige misselijke gevoel na een hele reep extra pure chocola waar je eigenlijk maar een klein blokje van moet eten. Bonbons met zachte praline-vulling. Nu had ik een stukje chocola in mijn mond en werd ik er eigenlijk alleen maar een beetje verdrietig van. Alsof alle joie de vivre uit de smaak van chocolade is verdwenen.

Maar geen tijd voor al te treurige overpeinzingen verder vandaag: Sinterklaas kwam nog een cadeau brengen en wel een klein roodharig katertje. Het heeft nog geen naam. Misschien wordt het Pancreas, maar Vlammetje is ook in de running. Suggesties zijn welkom. Wat heerlijk om ons daar nu druk over te kunnen maken. Met een kopje thee erbij. Zonder stukje chocola.

vrijdag 2 december 2011

Palliatief handenknijpen

Swip en ik heb gisteren een begin gemaakt met het palliatief handenknijp-alfabet. We hebben geoefend en een paar knijpcodes vastgesteld.
1 keer knijpen is 'ja'
2 keer knijpen is 'nee'
3 keer knijpen is 'ik hou van je'
4 keer knijpen is 'ik heb pijn of ben verdrietig'
5 keer knijpen is 'ik wil Instant Karma thee'
Aaien met je duim, is 'ik troost je'

Meer keer knijpen leek ons te verwarrend – Wat? Hoeveel keer kneep je nou? 27 keer ("Kun je de poes even weghalen, hij stinkt uit zijn bek"?) of bedoelde je "Wil je even links onder mijn rechterschouder krabben?" (28 keer knijpen). Of zei je negen keer achter elkaar dat je van me houdt? Of bedoelde je 14 keer nee, omdat je echt niet wil dat ik je hand vasthoud?
We kunnen denk ik nog verfijningen aanbrengen in lengte van de kneep, zodat 1 keer lang knijpen iets anders kan betekenen dan 1 keer kort knijpen.

Gisteren en vandaag waren moeizame dagen. Dat buikgriepje van Klaas heeft, behalve Swip, mij natuurlijk ook te grazen genomen. Ben ik toch nog kotsmisselijk en aan het overgeven, en niet eens van de chemo.
Klaas is min of meer opgeknapt en gisteren voor het eerst in Ons Nieuwe Leven de hele dag naar Groningen geweest om les te geven.
Er was een schema opgesteld zodat ik geen minuut alleen hoefde te zijn, dat was heel fijn. Beetje liggen slapen in bed, beetje liggen huilen, beetje op de bank gelegen, nog een beetje huilen... alles een beetje. Buikpijn, misselijk, moe. En keelpijn.
Maar dat zou kunnen komen van de operatie dinsdag. Toevallig vroeg ik aan de verpleegkundige waarom je eigenlijk geen make up op mag voor de operatie, en ze vertelde dat tijdens een narcose je ogen worden ingesmeerd met gel en dichtgeplakt, en dat je behalve een kapje over je mond, ook een buisje in je keel geduwd krijgt. En daar merk je niets van hoor. (Dat zou helemaal fraai zijn!) Behalve dus als je make up op hebt, want dat zit alles als je wakker wordt her en der verspreid en uitgesmeerd over je gezicht. Niemand vertelt je dit soort dingen blijkbaar als je er niet naar vraagt. Wel vertellen ze over mogelijke complicaties als klaplongen, maar over buisjes die in je keel geduwd worden, daarover heeft geen van de artsen iets gezegd.

Een wandeling gemaakt met I. aan het eind van de middag naar de Etos om Roosvicee Laxo te kopen. De reden van aanschaf laat zich raden – vooralsnog de enige echte bijwerking van de chemo.
Het was goed om even buiten te zijn, fijn om even met I te praten, al was ik bij thuiskomst uitgeteld.
Ik heb vanmiddag een gekke droom gehad: ik was in een donker gebouw en ik zag dat er in een gang mensen werden meegevoerd door zwartgeklede mensen met bivakmutsen en mitrailleurs. Mensen die ze tegenkwamen, moesten omkeren en onder bedreiging ook meekomen. Ik verstopte me onder een tafel achter een muurtje.
Er waren veel bivakmutsen en ze namen veel mensen mee. Ze lieten alleen een groepje met een roodwitte stok ongemoeid – ja! blinden, die hebben ze toch niet gezien dacht ik nog bijdehand in mijn droom – dat een beetje mopperend doorwandelde. Ik lag bang onder het tafeltje te kwijlen. Maar dat kwam waarschijnlijk omdat ik in mijn slaap op het kussen lag te kwijlen, en daar werd ik wakker van.
Ik zou zo graag willen dat iemand me nu knijpt, en dat ik wakker word en dat alles een droom blijkt te zijn. Een keer, twee keer, drie keer knijpen. Het maakt me niet uit, als ik maar wakker word.

zaterdag 26 november 2011

Panter

Ik heb ze wel door: volgens mij krijg ik die anti-misselijkheidspillen niet vanwege de chemokuur, maar vanwege het eten dat ze hier serveren. Echt, iedereen is hier superlief, zorgzaam en attent, maar das fressen...
Gisteravond was het geloof ik Tjap tjoy mie. De lucht alleen al was genoeg om mijn maag te doen omdraaien. Ik heb me vergrepen aan een bagel, bruine boterhammen en capresesalade die vriendinnen I. en E. hadden binnengesmokkeld. Aan de quiche ben ik niet eens toegekomen.
Natuurlijk kon ik het niet laten toch even het warmhouddeksel op te lichten van mijn bord Tjap tjoy, zoals ik ook altijd even gruwend moet kijken in een bakje dat veel te lang in mijn ijskast heeft gestaan voor ik het in de prullenbak gooi. (Fascinerend! Kijk, het beweegt!)
Na het avondeten kwam er plotseling weer een paniekaanval.
Het begon ermee dat ik opeens dacht dat ik bang was en moest huilen. Ik drukte maar vast op het zuster-knopje want ik herkende het van gisteren.
Ik begon amechtig adem te halen, hoe hard ik mezelf ook voorhield dat ik rustig moest blijven ademen. Niets zo funest als het gevoel dat je geen controle meer hebt over je lichaam, en aangezien ik het gevoel had helemaal geen controle meer te hebben over mijn ademhaling, ging ik nog paniekeriger ademen.
Mijn voeten begonnen te tintelen ('Oh' dacht ik nog bij mezelf, 'dat heb ik wel eens gelezen over hyperventileren geloof ik') en ik lag als een gek te knijpen in mijn deken, en even later in de hand van verpleger P. Hij probeerde mij– rustig sprekend met zijn Duitse accent –
  weer terug in een wat minder hectisch ademhalingspatroon te krijgen, maar ging ook snel even een rustgevend pilletje halen.
Het duurde een hele tijd voor het over was, ik lag te rillen, de klappertanden, te huilen (hoewel dat laatste nog verdraaid lastig is als je ondertussen ook al moet rillen, klappertanden en ademhalen).

Ik heb zo'n zin om weer thuis te zijn. Lekker in mijn eigen bed, op mijn eigen bank. Ik voel me gevangen hier, en moet steeds denken aan Rilke's Der Panter:

Sein Blick ist vom Vorübergehn der Stäbe
So müd geworden, daß er nichts mehr hält.
Ihm ist, als ob es tausend Stäbe gäbe
Und hinter tausend Stäben keine Welt.

Der weiche Gang geschmeidig starker Schritte,
Der sich im allerkleinsten Kreise dreht,
Ist wie ein Tanz von Kraft um eine Mitte,
In der betäubt ein großer Wille steht.

Nur manchmal schiebt der Vorhang der Pupille
Sich lautlos auf. -Dann geht ein Bild hinein,
Geht durch der Glieder angespannte Stille -
Und hört im Herzen auf zu sein.

vrijdag 25 november 2011

Mist

De mist hangt nog over mijn uitzicht, maar het is dag aan het worden.
Mijn eerste dag zit er op.
Een zuster hielp me installeren op mijn nieuwe kamer – ik ben verhuisd: ik deelde oorspronkelijk een kamer met een Turkse jongen die er al twee maanden ligt. Kaal. De badkamer lag vol keine haartjes. Hij lag compleet met playstation en tosti-apparaat en een moeder die bijna op mijn bed zat om tv te kijken (Turkse soap). Nu heb ik een eigen kamer, dat is fijn. 
De zuster zei dat ik wel heel mooi, dik haar heb.
Ik mompelde 'voor zolang het nog duurt' waarop zij zich putte in excuses.
Ach, vorige week vroeg de chirurg 'bent u helemaal gezond?' om er snel achteraan te te zeggen 'nou ja, afgezien van de kanker dan natuurlijk...' Detail.

Ik was gespannen en de hele dag doodmoe. Geen zin om te praten.
De kindertjes kwamen langs (met Klaas) en het was leuk om ze even te zien, maar ook wel heel druk. De kinderen kwamen tegelijk met een nieuw chemo-infuus dus mijn paniekaanval kan heel goed van de chemo zijn geweest en niet van de kids. De verpleger heeft me nagekeken, maar alles was goed. (temperatuur, bloeddruk) Hij heeft de kinderen naar de converstatiekamer gestuurd ('Yeah! tv!') zodat Klaas even alleen bij me was.
Ik moet om de haverklap naar de wc van al die infusen. Nog een heel gedoe met zo'n infuusstang achter je aan.
Toen Klaas weg was, heb ik een uurtje geslapen en vervolgens een maaltijd gekregen die smaakte zoals het er uit zag: papperig, kruimig en vies.
Ik ben verwend door al het heerlijke eten dat ik al paar weken krijg, en dat gekookt wordt met zoveel liefde.
Na het eten is Klaas nog even alleen terug gekomen en hebben we samen op mijn bed liggen lepelen en doezelen, dat was heel fijn.
Pillen erin en klokje rond geslapen, met kleine onderbreking om 5 uur vanochtend.
Op naar dag twee.

Hoop dat de mist optrekt en dat ik nog een beetje van het uitzicht kan genieten.

woensdag 23 november 2011

Helter Skelter

Onder de douche vanochtend ging het al meteen mis. Ik ging mijn haar wassen en moest onbedaarlijk huilen van het idee dat dat straks niet meer kan. Een lied dan maar! Zingen, dat helpt. All my trouble seemed so far a way. 
Ik heb daarna de hele ochtend geprobeerd te doen of er niets is. You tell me that you've got everything you want and your bird can sing. Halfuurtje op de hometrainer, daarna met Klaas zijn favoriete Beatles liedje gezongen, een basleerling gehad en daarna naar school gefietst om de kindertjes op te halen.
I'm so tired I haven't slept a wink.
Ik ben doodmoe, mijn hoofd bonkt, mijn rug doet pijn, mijn buik brandt. 
Keeping an eye on the world going by my window.
Het binnen zitten bevliegt me, ik wil naar buiten, maar ben ook te moe. 
Het uitje wordt een wandeling naar de Etos voor de lipbalsem, de paradontax en condooms. Je weet maar nooit ten slotte. En vooral: als je chemo krijgt, wordt het afgeraden onveilige seks te hebben. Ze weten niet precies wat de risico's zijn (los uiteraard van zwanger worden, een geslachtsziekte oplopen en kinderen die onverwachts je slaapkamer binnenvallen), want daar zijn geen uitgebreide onderzoeken naar gedaan. Nou ja, dat zeiden ze. Misschien houden ze de resultaten een beetje stil, om verder onderzoek niet uit te sluiten.
(Wist je trouwens dat Etos een afkorting is van Eendracht, Toewijding, Overleg en Samenwerking?) 


Daarna op zoek naar antioxidanten-pillen en multivitamines om mijn weerstand te verhogen. Het meisje in De Tuinen was heel behulpzaam en positief, en gaf een aantal tips voor extra ondersteuning zoals royal jelly, cat's claw en orthomoleculaire therapie. Dat resulteerde op weg naar huis in een onverkwikkelijke ruzie met Klaas die woedend was omdat ze had gezegd dat artsen niet openstaan voor alternatieve oplossingen, en ik eigenlijk vooral had gehoord dat ze allemaal opbeurende dingen had gezegd ('Zet hem op!' 'Je kunt het hoor!'). 


When I get to the bottom I go back to the top of the slide.
Op de bank lag ik te huilen met als enige gedachte 'ik wil niet ik wil niet ik wil niet ik wil niet'. Toen herinnerde ik me een mooi verhaal over positief denken dat Swip me pas vertelde:
Man A en man B liggen allebei in het ziekenhuis. Man A is ongeneeslijk ziek, man B mankeert eigenlijk niets ernstigs.
De dossier raken verwisseld en daardoor krijgt man A te horen dat er eigenijk niets ernstigs met hem is, en man B krijgt te horen dat hij erg ziek is en het niet lang meer zal maken.
Man A wordt na een paar weken ontslagen uit het ziekenhuis. Man B overlijdt.


Dat maakte me wat rustiger. De migrainepil en dosis pijnstillers zullen ook wel hebben geholpen. 
Nu ga ik slapen, tomorrow never knows.

maandag 21 november 2011

South Park

Het is toch te bizar voor woorden dat ik uitgerekend in de Pancreas Cancer Awareness Month te horen krijg dat ik pancreaskanker heb. Ik had beter een maand eerder naar de dokter kunnen gaan, toen het prostaatkanker awareness maand (echt!) was…
Vrijdag kwamen we er al achter dat de chemokuur niet vandaag begint. Vandaag had ik dus opeens een soort van vrije dag. Even bellen naar ziekenhuis wanneer we wel beginnen: aanstaande vrijdag, en misschien donderdag als er een gaatje komt. 
In principe betekent het dat ik vrijdag het ziekenhuis in ga en zondag weer thuiskom. Dat is jammer, omdat we zaterdag Valentijn's twaalfde verjaardag (klein) wilden vieren. Hij verheugt zich enorm op zijn verjaardag – kijken hoe we dat oplossen. Een speurtocht in het AMC misschien? (Makkelijk zat, Klaas en ik verdwalen iedere keer in het gebouw). 
Tot vrijdag beetje rustig aan doen en afleiding zoeken. God, ik vind het doodeng, geen idee wat me te wachten staat. 
Afleiding dus. Bijvoorbeeld de South Park dvd die ik cadeau kreeg van een van mijn lieve Medisch Contact collega's. Dat leek me gezellig om met de kinderen te kijken in bed. Ze waren helemaal opgetogen dat we in het grote bed een film gingen kijken (op het 13" macbookje weliswaar) maar ze waren vooral opgewonden omdat Valentijn op de hoes las dat het een 16+ film was. 'Weet je dat wel mama?!' riep hij met grote ogen en een brede grijns naar Swip, die zo mogelijk nog breder terug grijnsde.
Maar toen had ik al beloofd dat we gingen kijken en ach… een tekenfilm, het leek me pedagogisch wel verantwoord, met mij erbij. Dacht ik.
(Ter verdediging: ik kende SouthPark tot voor deze dvd eigenlijk niet, dus had geen idee wat er zo 16+ aan de film was…)

We lagen in bed en de dvd ging aan. Al snel lagen de jongens gierend van het lachen links naast me in bed. Lulu, rechts van me kon het allemaal niet zo snel volgen. Zo klein als ze is, kan ze hartstikke goed lezen, maar op dat kleine schermpje kwamen wel erg veel onbekende, lange woorden voorbij in de ondertiteling en in razend tempo. Dat ging haar gewoon te vlug. Of ik alsjeblieft de ondertiteling wilde voorlezen.
Hmmm. Een pedagogische spagaat. 
Want het voorlezen van 'hollikkende oomneuker' of 'pijpende reetroeier' leek me geen goed idee, maar het losjes vertalen naar iets meer uit de belevingswereld van 6+ ('Jij lelijke snotterige billenknijper?'), was het ook niet.  Lulu geloofde niks van mijn vertaling want waarom zouden haar broertjes dáár nou zo hysterisch over lachen? Ze haakte snel af, en ging beneden tekenen voor Sinterklaas. 
Op de dvd ging het onverminderd door met het over de top vuilbekken. Af en toe probeerden de jongens en ik iets mee te roepen, of na te zeggen en lachten om de absurditeit van de scheldwoorden. 
Gek genoeg moest ik opeens aan Shakespeare denken, MacBeth. Als Macduff hoort dat zijn vrouw en kinderen zijn vermoord, versteent hij bijna van verdriet. Hij wordt geadviseerd : 
"Give sorrow words. The grief that does not speak whispers the o'er-fraught heart, and bids it break."
Benoem je verdriet, je angst en je woede en dan kun je het aan.
Shakespeare had ongetwijfeld niet in gedachten dat verdriet verwoord zou worden als "pikkenlikkende biggenneukende alvleesklierkanker" maar het hielp wel eventjes het beestje een naam te geven.