Iemand vertelde me ooit dat om je af te sluiten je je een paars gordijn
moet visualiseren dat je om je heen dicht trekt. Ik weet niet meer wie het me
vertelde, ook niet meer waarom het een paars gordijn moet zijn; dat ligt voor
een groot deel aan de morfine – ik vergeet de hele tijd van alles. Halverwege
de zin ben ik het onderwerp al kwijt, en weet ik al niet meer wat ik...
Vanochtend vroeg moest ik me melden voor opname. Zwaaiend op mijn benen van
de honger – want ik moest nuchter zijn voor de echo die ze gingen maken van
mijn bovenbuik – maakte ik kennis met mijn tijdelijke kamergenoot.
Wat een genot om Klaas mee te hebben, die de honeurs waarneemt en een
gesprekje voert namens ons. Ik had mijn paarse gordijntje al dichtgetrokken.
Geen zin om te praten of te vertellen over mijn eigen lot, maar ook geen zin om
het levensverhaal van iemand anders in verkorte versie in sneltreinvaart te
horen te krijgen.
De buurvrouw wilde het gordijn tussen onze bedden dicht voor wat privacy,
voor mij was dat rustiger zei ze. Ik stemde in, vooral omdat ik vermoedde dat
ze eigenlijk zelf behoefte had aan privacy. Klaas schoof het gele gordijn half
dicht, maar noch het gele, noch het paarse gordijn konden de intieme geluiden
helemaal buitensluiten. Snuiven, gorgelen, kreunen, scheten laten. Dat vind ik
binnen familiekring – zij het met mate – al op de grens van acceptabel, maar
van wildvreemden vind ik het onverdragelijk.