Posts tonen met het label papieren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label papieren. Alle posts tonen

maandag 23 april 2012

Driftbui

Ik was een papier kwijt. Een paar papieren. Belangrijke papieren, vond ik. De eettafel lag vol met ordners, stapels, mapjes, en nog meer stapels maar ze bleven onvindbaar.
Woest bladerde ik nog een keer de stapels door. 
Ik wist zeker dat Klaas de papieren bij het oud papier had gegooid.
Woedend werd ik er van.
Eerst maar eens die stapels opruimen.
‘Ik begrijp niks van hoe jij dingen opbergt,’ mopperde Klaas.
‘Maar jij luistert ook nooit als ik het je uitleg,’ mopperde ik terug.
Klaas draaide zich geïrriteerd om.
‘Ja, loop maar weg, dan kun je het straks als ik dood ben allemaal lekker zelf uitzoeken!’
Klaas liep de kamer uit.
‘Ik vind het stom, ik vind het allemaal stom’, riep ik hem na.
iK VOEL ME ZO ALLEEN, ik wil helemaal niet dood!’
Ik stond te stampvoeten en driftig met mijn armen te zwaaien. Ik zag het mezelf doen, maar ik kon het niet stoppen.
De woorden waren inmiddels overgegaan in een primitieve, rauwe brul  – mijn keel doet er nog zeer van – en tranen stroomden over mijn wangen. Het was niet echt huilen; er kwam dierlijk geluid uit mijn mond en water uit mijn ogen, maar het was te ongecontroleerd en te ongecoördineerd om huilen te heten. Hysterisch gillen komt meer in de buurt.

De stoel. Ik wilde de stoel gooien, maar besloot er mee op de grond te slaan. Onderwijl nog altijd stampvoetend, voelde ik dat het geluid uit mijn mond langzaamaan veranderde in een huilende toon. Ik gooide de deur dicht en wierp mezelf op mij knieën op de grond. Wanhopig sloeg met mijn hoofd tegen de vloer. Dat deed pijn maar niet genoeg om mezelf weer bij zinnen te krijgen.
Klaas opperde dat ik even normaal moest doen, en dat leek mij op zich ook best een goed idee, want ik zag mezelf hysterisch doen, maar wilde er nu ik er net lekker in zat ook niet meteen mee stoppen. En wanneer heb ik nou voor het laatst zo’n echte driftaanval gehad? Dat moet een paar decennia geleden zijn geweest, in een supermarkt vlakbij de kassa en de lolly's. En misschien is het ook wel heilzaam, zo’n woedeuitbarsting, dacht ik bij mezelf.

Het bleek vooral vermoeiend en belachelijk en tot helemaal niets te leiden en na nog twee keer bonken op de grond ben ik naar boven gerend en heb als een hyperventilerend, overstuur aapje in bed liggen huilen. Respect voor peuters die dit op regelmatige basis kunnen, zo’n driftbui.
Klaas kwam tegen me aan liggen en pas na een hele tijd konden we weer een beetje praten.
We voelen ons allebei zo alleen.
Klaas zei dat het lijkt alsof die kanker iemand is die tussen ons in staat en steeds meer plek in neemt.  We zijn altijd heel gastvrij, maar dit is wel een heel onplezierige gast in ons huis. We moeten een goede plek voor hem verzinnen, waar hij ons niet zo stoort.

De papieren bleken trouwens op mijn bureau te liggen, mocht iemand zich dat nog afvragen.